Iedereen is wel eens onzeker. Vooral wanneer we iets moeten doen wat we nog aan het leren zijn of wanneer we ons in een omgeving bevinden die we nog niet zo goed kennen. Die onzekerheid kan een gezonde spanning opleveren.
Maar wanneer die spanning doorslaat naar de verkeerde kant, wordt die onzekerheid vervelend en heb je er last van.
In dit artikel lees je 5 reden waarom je kind onzeker is. Transformatie en verbetering beginnen bij erkennen wat er aan de hand is. Daarna volgt begrip. Vanuit dat beginpunt kan je werken aan de oplossing.
1. Je kind voelt zich onzeker door te weinig grip.
Onzeker zijn allemaal, toch willen we er vanaf. Het houdt ons tegen en zorgt ervoor dat we niet datgene doen of hebben wat we graag willen. Dat geldt ook voor je kind.
Maar hoe kan jij jouw kind leren om op een positieve en fijne manier grip te krijgen en te houden op de situatie? Dat kan op verschillende manieren. Een hele belangrijke manier is om door je kind te leren helder en duidelijk te communiceren. Door het stellen van duidelijke vragen wat het nodig heeft, maar ook om duidelijke verzoeken te doen. Wanneer het antwoord nee is, dan kan je je kind leren wat er voor nodig is om wel een ja te krijgen op de vraag of het verzoek. Want een nee betekent vaak ‘nog niet’. Dat is een zeer waardevolle vaardigheid voor de rest van het leven. Want nee’s krijgt je kind nog vaak genoeg te horen. En dat is prima. Vooral wanneer het leert dat een nee ‘nog niet’ betekent. Door te vragen wat er voor nodig is om een ja te krijgen, leert je kind om informatie boven tafel te krijgen die belangrijk is voor de ander en voor zichzelf. Op die manier creëert je kind een win-win situatie die voor iedereen prettig is. En omdat je je kind daardoor verantwoordelijk maakt voor zijn eigen communicatie, leert het dat het grip heeft op de situatie.
2. Je kind voelt zich onzeker door weerstand.
De enige zekerheid die we kennen in het leven is onzekerheid. Misschien heb je daar wel eens van gehoord. Misschien vind je het zelf ook wel vervelend dat dingen vaak veranderen en dat je geen idee hebt wat er gaat komen. Het oude kende je en was heel erg vertrouwd. En dat nieuwe… Pffff, eerst maar even afwachten of dat net zo goed of misschien wel beter was.
Heel normaal gedrag om weerstand te hebben tegen veranderingen. Vanuit onze reptielenbrein (om te overleven) is het goed te verklaren dat we zoveel weerstand hebben tegen veranderingen. Dat is er namelijk voor om ons in leven te houden. En wanneer er grote veranderingen zijn, is het lastig voor dit brein om in te schatten of het gevaarlijk is of niet. En wanneer het onzeker is of iets gevaarlijk is, wordt het al snel in het hokje gevaar gestopt. Ongeacht of dat wel juist is of niet.
Gelukkig begint verandering met herkenning en erkenning. Want wanneer je iets herkent en vervolgens erkent, dan is het er. En mag het er ook zijn. Misschien vind je het niet fijn. Maar wegstoppen heeft geen zin. Die bal die je in de zomer onder water houdt, blijft daar niet voor eeuwig. Op den duur komt hij echt wel boven. Zo werkt het ook met onzekerheid.
Dit reptielenbrein kan je rustig houden door niet te grote stappen te zetten in de nieuwe situatie. Wanneer je weet dat er een nieuwe situatie aankomt, dan kan je daar op inspelen en zo de onzekerheid verminderen. Kleine stappen leiden uiteindelijk ook tot het resultaat. Vaak zelfs nog tot een beter resultaat, omdat de kleine stappen leiden tot succeservaringen. En van succeservaringen willen we meer. Je reptielenbrein weet dan dat het veilig en ok is en gaat zoeken naar meer bevestiging daarvan.
3. De gedachten van je kind zorgen voor een onzeker gevoel
Onze gedachten bepalen alles wat we doen. Onderzoek heeft uitgewezen dat we 40.000.-60.000 gedachten per dag hebben. Die kunnen we niet allemaal met ons bewustzijn beredeneren. Dat hoeft ook niet. Sterker nog, dat is enorm vermoeiend als we dat zouden kunnen. Onze gedachten kunnen we primair in 2 categorieën onderscheiden; positieve en negatieve. En ook al kan je ze niet allemaal onthouden, je weet precies wanneer je negatieve en wanneer je positieve gedachten hebt. Positieve gedachten geven je een goed gevoel en negatieve gedachten geven je een vervelend en naar gevoel.
Omdat we zoveel gedachten hebben, weten we niet zo goed welke nou waar is. Sterker nog. We hebben ruim 7.000.000.000 mensen op de wereld. Al die mensen hebben 40.000-60.000 gedachten per dag. Hoe kunnen we nou weten welke waar zijn? Dat kunnen we nooit weten.
Sterker nog; ze zijn allemaal waar of ze zijn allemaal niet waar. Het enige wat bepaalt of een gedachte waar is, is de gedachte dat het waar is. Behoorlijk paradoxaal, maar zo is het wel. Kies daarom voor de positieve gedachten om te geloven, want die geven je een goed gevoel.
Ook hier geldt weer, begin heel klein. Wat is de kleinst mogelijke positieve gedachte die je nu kunt geloven?
4. Je kind voelt zich onzeker door een gebrek aan succeservaringen
Zelfvertrouwen krijg je door te doen, te doen en nogmaals te doen. Denk maar eens terug aan de keren dat je kind probeerde te lopen. Dat ging niet direct goed. En zo gaat dat met alles wat we leren. Want leren = proberen.
Alles wat we nu goed kunnen, was in het begin erg lastig. Het is dus heel belangrijk om je kind aan te moedigen om de comfortzone iets op te rekken en aan te geven dat het steeds beter zal gaan. Op die manier leert je kind dat het logisch en normaal is dat er tijd nodig is om nieuwe dingen te leren. En dat dat de enige manier is om nieuwe dingen te leren. Het is helemaal geen enkel probleem om fouten te maken. Dat doen we allemaal en dat zorgt er juist voor dat we meer leren en beter kunnen corrigeren.
Onze maatschappij is er erg op gericht om te vergelijken. Maar dat is een enorme valkuil. Want je weet helemaal niet wat diegene gedaan heeft of juist niet gedaan heeft om het resultaat te krijgen wat ze nu hebben. We beoordelen op het eindresultaat en op basis daarvan maken we een vergelijking. Die klopt per definitie niet! Maar zo werkt het helaas wel. Stop dus met vergelijken, want je wordt er enorm ongelukkig van.
5. Je kind voelt zich onzeker door eerder gelegde hersenpaden
Wanneer we een gedachte geloven, dan wordt er een link gelegd in jouw hersenen. En dus ook in de hersenen van jouw kind. En hoe vaker deze gedachten wordt gedacht, hoe sterker de link in de hersenen wordt. Op een gegeven moment ben je er dus niet meer bewust van.
Denk maar eens terug aan hoe je je veters strikt. Daar hoef je niet meer over na te denken. Dat gaat automatisch. Of welk been als eerste in je broek gaat ’s ochtends.
Kan je hier dan vanaf komen? Ik denk het niet. Maar er is gelukkig wel goed nieuws. Want wat er te doen is, is nieuwe overtuigingen te maken. Dus steeds positieve gedachten opnieuw te zeggen tegen je en ze vooral ook te geloven. Op die manier maak je in je hersenen een nieuw olifantenpaadje aan en slijt en verdwijnt die andere vanzelf.
Wat is de reden dat jouw kind onzeker is?
En wat doet je kind om zich zelfverzekerder te voelen?
Deel het hieronder! Zo inspireer je anderen en word je geïnspireerd door de creatieve oplossingen van anderen.
Wil je met mij in gesprek over jouw kind? Boek dan je Ontdek-gesprek