Talent hebben we allemaal. Gelukkig wel!
Hoewel er op school wel erg gestuurd wordt op dat we allemaal hetzelfde moeten kunnen en ook hetzelfde moeten leren, hebben we gelukkig nog wel onze unieke talenten.
Talent heb je. Net zoals je een hart hebt. Of hersenen. Of longen. Daar hoef je niet over na te denken. Ze zijn er gewoon. Je hoeft er ook geen moeite voor te doen of heel hard voor te leren. Je hebt ze moeiteloos gekregen toen je nog in je moeder haar buik zat. Als je geen hart, hersenen of longen zou hebben, dan zou je niet leven. Zo zit het ook met talent. Wanneer je leeft, heb je talenten. Zelfs wanneer je niet weet dat je ze hebt, zijn we er wel.
Talent ontdekken.
Hoe ontdek je dan je talent of waar komt je talent dan vandaan?
Verlangen speelt een grote rol. Het verlangen naar iets wat niet vervuld wordt, levert een teleurstelling op. En wanneer deze teleurstelling vaker ervaren wordt, kan dat een trauma opleveren voor een kind. Om het trauma te verbergen en om er goed mee om te kunnen gaan en alsnog dat verlangen proberen in te vullen, ontwikkelt het kind een talent.
Denk bijvoorbeeld aan kinderen die veel grapjes maken, of constant helpen. Wat voor trauma zou daar achter kunnen zitten denk je? Wanneer je talent en trauma op deze manier uitlegt aan kinderen, dan begrijpen ze dat over het algemeen wel. Soms voelt het alleen erg onveilig voor een kind om over trauma te praten. Of is er schaamte over het trauma. In mijn kindercoaching praat ik dus nooit over het trauma zelf of vraag ik daar naar. Ik leg het alleen uit en het kind herkent dan zijn eigen trauma vaak wel en ook het daarbij behorende talent.
Het talent van John F. Kennedy.
Een bekend voorbeeld hiervan is oud-president van de VS, John F. Kennedy. Hij had een enorme behoefte aan erkenning en goedkeuring. Dit was zijn verlangen.
Rose Kennedy, de moeder van John F. stond bekend als een kille vrouw. Ze was van katholieke, Ierse afkomst. In verschillende autobiografieën is te lezen dat zij een vrouw was die moeite had om warmte en liefde te geven. Zij was meer een afstandelijke uitvoerster van het huishouden, dan een warme moeder. John F. Kennedy had te kampen met vele gezondheidsproblemen. Toen hij drie jaar was, kreeg hij roodvonk. Hiervoor werd hij naar het sanatorium gebracht. Kan je je voorstellen hoe hij zich daar gevoeld heeft? Vast heel eenzaam en bang. Op het moment dat jij je moeder het hardste nodig hebt, omdat je ziek bent. Dan word je weggebracht naar een sanatorium. Dat is best een traumatische ervaring voor zo’n jong kind.
Het is natuurlijk een aanname, maar de kans is groot dat er toen in het hoofd van John F. Kennedy een onwerkelijk idee is ontstaan. Het idee dat je echt iets heel bijzonders moet doen in je leven om de liefde van anderen te winnen. Liefde in een hele voorwaardelijke vorm.
In dat sanatorium moet de basis zijn gelegd voor de charmante manier waarop hij met mensen omging. Als klein, kwetsbaar jongetje zag hij de verpleegster als surrogaatmoeder. Uit de behoeft aan warmte, genegenheid en liefde weten we dat de jonge John de verpleegster heeft gesmeekt om bij hem te blijven. Zo wist John F. Kennedy al op jonge leeftijd zijn wanhopige verlangen naar geborgenheid om te buigen naar zijn unieke talent mensen aan zich te binden. Zijn kwetsbaarheid werd zijn kracht. Hij zocht naar bewondering en aandacht en door zijn charme kreeg hij die ook.
Zijn latere talrijke escapades met verschillende vrouwen wijzen ook in die richting. Altijd maar zoeken naar die ene vrouw die hem geborgenheid, liefde en aandacht kon geven.
Lastig gedrag?
Misschien is dit voor jou te ver gezocht. Dat kan ik me goed voorstellen. Maar wie weet herken je ook waar jij als kind een behoefte had die niet vervuld werd. Hoe ging je daar mee om? Wat heb je bedacht en gedaan om op een bepaalde manier toch die behoefte vervuld te krijgen?
Wat we vaak zien bij kinderen is dat wanneer er een behoefte niet vervuld wordt, ze ‘lastig’ gedrag (wij volwassenen bestempelen dat zo) gaan vertonen als zeuren, jengelen of zelfs huilen en schreeuwen. Vooral in het openbaar zorgt dit ervoor dat er een gevoel van schaamte kan ontstaan. Als opvoeders zijn we dan geneigd om boos te worden of toch maar gauw het kind de zin te geven. Geen van beide oplossingen geven ons dan een fijn gevoel. Ja, op korte termijn ben je van het ‘lastige’ gedrag af, maar heb je er ook bij gewonnen op lange termijn?
Wat kan je doen om te zorgen dat het kind in zijn behoefte gekend wordt en dat het op een voor jou fijne manier gebeurd?
Meer weten?
Wil je hier meer over weten? Het is een thema tijdens een gratis Huiskamergesprek. Bij voldoende belangstelling kan ik er ook een gratis webinar over organiseren. Laat hieronder een reactie achter als je interesse hebt om meer te weten te komen over trauma en talent.